Je lichaam is je ervaringsinstrument
Warmte of kou je lichaam registreert het.
Zachte aanraking of een aanvaring met de punt van een tafel. Je lichaam reageert.
Een gevoel van verdriet wat een traan doet rollen over je wang.
Boosheid die je je vuist laat ballen.
Muziek die je vrolijk en uitgelaten laat dansen.
Alles ervaren we via ons lichaam.
Wanneer we kunnen ervaren en deze ervaring weer los kunnen laten is ons lichaam vrij en open voor de volgende ervaring. Wanneer we ervaren en deze ervaring opslaan of vasthouden dan heeft dat effect op ons lichaam.
Laat ik een voorbeeld noemen: ik was tot stilstand gekomen voor het rode stoplicht toen ik gierende remmen achter me hoorde en een enorme klap kreeg van een achterop botsende auto die me zo’n zet gaf dat ik ook nog tegen mijn voorganger aan klapte. Uiteraard was er de fysieke impact op mijn lichaam; een whiplash was het gevolg. Maar er gebeurde nog wat: maanden later stapte ik voor het eerst weer achter het stuur van een auto. Ik voelde me enorm gestrest en gespannen en had het zweet in mijn handen staan. Ik keek steeds in de achteruitkijk spiegel om te zien of anderen mij wel zagen en niet te dichtbij kwamen. Mijn hele lichaam zette zich al schrap om een eventuele nieuwe klap op te vangen.
Dit gebeurde me in mijn volwassen leven dus was ik in staat om te reflecteren op wat ik mezelf op deze manier aandeed. Daardoor kon ik het veranderen en was ik in staat om weer zonder stress en spanning auto te rijden.
Als kind kun je dingen meemaken die je niet begrijpt of traumatisch voor je zijn. Ook die ervaringen worden in je lichaam opgeslagen. Dat heeft alles met ons ingebouwde mechanisme tot overleving te maken. Wanneer we onze handen een keer branden aan een hete ovenschaal, waken we ervoor om dat nog een keer te doen. We hebben ervan geleerd, we denken er niet meer over na. Het wordt een automatisme in ons.
Wanneer het klopt met de realiteit werkt dat automatisme voor ons. In het voorbeeld van de ovenschaal is het kloppend omdat we onszelf beschadigen zonder dat automatisme.
Nu even een voorbeeld uit mijn jeugd: We spelen tikkertje. Ik struikel en klap met mijn voorhoofd tegen de hoek van een muur. In een mum van tijd zit alles onder het bloed en ik huil heel hard en ben helemaal overstuur. Mijn moeder komt de winkel uitgerend, grijpt mij en snelt met mij naar de keuken. Legt me op de koude tegelvloer met een nat washandje op de wond en rent weer terug naar de winkel.
Deze uiterlijke fysieke wond is snel genezen. Aan de binnenkant, in mijzelf ontstond een automatisme: op het moment dat het gebeurde was er in mezelf behoefte aan zorg, troost, geruststelling, hulp. Aan die noden werd niet voldaan en mijn kinderlijke brein trok de conclusie: ik ben niet belangrijk, mijn behoeftes en verlangens doen er niet toe. Van daaruit ging ik voor anderen zorgen, vertoonde ik please-gedrag, negeerde ik mijn eigen signalen, moest ik alles alleen oplossen, moest alles perfect! Met als gevolg dat ik (achteraf gezien) constant spanning ervaarde, heel vaak hevige en langdurige hoofdpijnen had, dat ik diarree en buikpijn kreeg als ik veel spanning voelde…..
Voor deze hoofdpijnen kon men geen oorzaak vinden en ook met mijn darmen was medisch gezien niets mis.
Het was mijn automatisme die ervoor zorgde dat ik deze klachten had. Ik heb er jarenlang mee rondgelopen totdat ik vastliep en mijn automatismen onder de loep nam. Niet in mijn eentje, dat lukte mij niet: met een goede coach om mijn automatismen te veranderen en met complementaire zorg om mijn lichaam te helpen herstellen van de negatieve effecten die dat overlevingsmechanisme op mijn lichaam gaf.
Onverklaarde klachten?
Het is maar net hoe je er naar kijkt. De signalen die je lichaam geeft zijn die van een vriend die aan je deur klopt. Die aanklopt om je aandacht te vragen, om je te verdiepen in jezelf en je niet-kloppende conclusies en automatismen te transformeren.